Vraag geen cava, maar BelBul op restaurant

Gepubliceerd 19 augustus 2025
Persbericht in Het Nieuwsblad - 14 augustus 2025

Terug naar het overzicht

“Als iemand om een glas cava vraagt, gaan onze haren rechtop staan.” Daarom bundelen deze drie Limburgse wijnbouwers de krachten met collega’s uit heel België: samen hebben ze pas kwaliteitslabel BelBul gelanceerd. “We mogen best wat chauvinistischer zijn. Onze mousserende wijnen doen niet onder voor de grote buitenlandse namen.”

Vraag op restaurant niet langer naar cava, prosecco of champagne, maar wel naar BelBul. Als je het logo of de naam op de fles ziet, dan weet je gegarandeerd dat je een kwaliteitswijn in handen hebt. Dat is alleszins het uitgangspunt van de 24 Belgische wijndomeinen die dit kwaliteitslabel lanceerden. Ook drie Limburgse wijnbouwers zetten hun schouders mee onder dit initiatief: Joyce van Rennes van Wijnkasteel Genoels-Elderen (Riemst), Karel Henckens van wijndomein Aldeneyck (Maaseik) en Yves Cuvelier van wijndomein Cuvelier uit Jesseren (Borgloon). Tijdens een gezamenlijk interview klinken ze gezellig met een lekker glas BelBul.

Waarom was een kwaliteitslabel voor mousserende wijnen uit ons land nodig?

Joyce: “In een internationale markt waar de concurrentie met prosecco, crémant of andere schuimwijnen erg groot is, moeten we de Belgische producten een duidelijke identiteit geven. Onze mousserende wijnen staan bekend om hun frisheid en verfijnde aroma’s. Ik durf zeggen dat we gerust de vergelijking met champagne kunnen doorstaan. Op internationale concoursen hebben we al vaak gouden medailles behaald. Toch vragen veel wijnliefhebbers nog altijd naar cava of champagne.”

Karel: “Tot nog toe moesten we het stellen met de benaming ‘Vlaamse mousserende kwaliteitswijnen’, dat klinkt natuurlijk niet attractief.”

Niet iedereen is laaiend enthousiast over de naam BelBul. Het doet sommigen denken aan het kinderdrankje Kidibull.

Joyce: “We zochten een naam die goed klinkt in beide landsdelen én ook de lading dekt. Niet gemakkelijk. Bel verwijst naar belletjes in het Nederlands, Bul is een knipoog naar het Franse bulles. Bovendien is Bel in beide landstalen de afkorting voor België.”

Yves: “Ik ben blij dat Vlaanderen en Wallonië samen aan hetzelfde zeel trekken. Zelfs met z’n tweeën blijven we een klein wijnbouwgebied. Ik had aanvankelijk ook mijn twijfels bij de naam BelBul. Nu ben ik er wel tevreden mee. Je moet het wat tijd geven. Prosecco of cava zijn in de loop der jaren merknamen geworden die iedereen kent. Waarom zou dat voor BelBul niet kunnen?”

We hebben er alle belang bij dat iedereen goede wijnen maakt. Als iemand een Belgische wijn drinkt die niet deugt, dan duurt het wellicht lang voordat hij opnieuw een fles van eigen bodem koopt. 

Meer dan 30 druivenrassen zijn toegestaan voor de productie van BelBul. Nogal veel als je streeft naar herkenbaarheid, niet?

Karel: “Belangrijk is dat we een eigen gezicht hebben. We moeten niet proberen om een lookalike van champagne te zijn. Mijn boodschap aan elke wijnmaker is: ‘creëer een eigen stijl’. Typisch voor ons zijn de ragfijne zuren en mineraliteit. Dat is de ruggengraat van onze wijnen, daaraan herken je een fles van Belgische makelij.”

Joyce: “Ons land is nog een jong wijngebied. We moeten voldoende ruimte laten om te experimenteren met verschillende druiven. Op termijn mogen er misschien wel een aantal worden geschrapt.”

Yves: “Voor champagne zijn ook acht druivenrassen toegelaten.”

Karel: “Bij chardonnay en pinot noir weet je wat je ongeveer mag verwachten. Maar er zijn ook veel nieuwe resistente rassen, de zogenaamde PiWi wijnen (afkorting van Pilzwiderstandsfähig, Duits voor schimmelresistent, red.) Die kennen we nog niet zo goed. Ik moet toegeven dat ik de jongste tijd wat wijnen van johanniter en souvignier gris heb gedronken die best lekker zijn. Sommige nieuwe rassen worden blijvers.”

Yves: “In ons natte klimaat hebben PiWi’s een bestaansreden. Er worden nog altijd te veel druiven geplant op plaatsen die daarvoor niet geschikt zijn.”

In tegenstelling tot Aldeneyck en Genoels-Elderen staat wijndomein Cuvelier niet zo vaak in de kijker. Nu loopt het wel mee voorop?

Yves: “Het klopt dat we meestal niet deelnemen aan concoursen. We zijn niet bepaald het grootste wijndomein. Wij maken 18.000 flessen per jaar, daarvan zijn er 14.000 mousserend. Dat is onze core business. We hadden dus geen andere keuze dan participeren aan BelBul. Als wijnbouwers delen we heel veel gegevens met elkaar. We hebben er alle belang bij dat iedereen goede wijnen maakt. Als iemand een Belgische wijn drinkt die niet deugt, dan duurt het wellicht lang voordat hij opnieuw een fles van eigen bodem koopt. Bij het label hoort ook een bijkomende kwaliteitscontrole. Daarmee kan je als wijnbouwer alleen maar je voordeel doen.”

Wij zitten in de beste klimaatzone om frisse wijnen te maken. Voor een mousserende wijn moet je voldoende zuren hebben. In warmere landen moeten ze hun wijnen vaak aanzuren, bij ons zijn ze van nature in balans.

Wie een fles met daarop het logo van BelBul koopt, moet een kwaliteitswijn in handen hebben. Hoe zeker mag hij daarvan zijn?

Joyce: “Een belangrijke voorwaarde om dit label te mogen dragen, is de productiemethode. De wijnen moeten gemaakt worden volgens de méthode traditionnelle. Dit wil zeggen dat de tweede gisting op fles gebeurt. Deze productiemethode zorgt voor fijnere belletjes en meer complexiteit. Dat is al een eerste kwaliteitsgarantie.”

Karel: “De wijn moet niet alleen technisch in orde zijn, maar moet ook een proefpanel passeren. Dat panel, met onder meer wijnbouwers en sommeliers, proeft de wijnen blind, dus zonder te weten van welk domein de fles komt. Wijnen die niet door deze keuring geraken, mogen het label niet dragen. Het succes van BelBul staat of valt met de kwaliteit van de wijnen. Daar moeten we streng over waken.”

Belgische wijnbouwers pretenderen de vergelijking met champagne te kunnen doorstaan. Zijn onze mousserende wijnen werkelijk zo goed?

Karel: “Ik overdrijf niet als ik zeg dat wij in de beste klimaatzone zitten om frisse wijnen te maken. Voor een mousserende wijn moet je voldoende zuren hebben. Ons koel klimaat is dan een voordeel. In warmere landen moeten ze hun wijnen vaak aanzuren, bij ons zijn ze van nature in balans.”

Joyce: “Afhankelijk van de stijl die we willen maken, kunnen we in ons klimaat plukken wanneer we willen. Voor mij moet het niet meer warmer worden. Weet je dat we de zilveren parel, ons paradepaardje, enkel nog in koele jaren maken? Als je te vroeg moet oogsten, dan hebben de druiven geen tijd om aroma’s op te bouwen. Het koele klimaat zorgt er mee voor dat onze wijnen een lang bewaarpotentieel hebben, ze maken een mooie evolutie door.”

Yves: “Tegenwoordig is er meer vraag naar frisse, minder zware wijnen. Duitse wijnen zijn bijvoorbeeld in opmars. In de gastronomie is er een tendens naar lichtere, verfijnde gerechten. Daarbij heb je frisse wijnen nodig, zoals we die ook in ons land maken.”

Joyce: Er is een trend naar minder maar beter drinken. Niet zelden komen jongeren bij ons binnen en gaan naar huis met een fles van 25 euro.

Jullie zullen het er wellicht niet mee eens zijn, maar sommigen vinden Belgische wijn te duur.

Joyce: “Als je een bepaalde prijs niet wil spenderen aan een fles, dan wil dat nog niet zeggen dat die wijn te veel kost. Voor een Puligny of Meursault betaal je een pak meer voor een vergelijkbare kwaliteit, gewoon omdat het een Bourgogne is.”

Yves: “Mijn ervaring is dat de prijs zelden een verkoopsargument is. Onze duurste wijn, de ExcluBiz, kost 36 euro. Geloof het of niet, dat is onze best verkopende wijn.”

Joyce: “Er is een trend naar minder maar beter drinken. Niet zelden komen jongeren bij ons binnen en gaan ze naar huis met een fles van 25 euro.”

Karel: “Wijn is cultuur en beleving. Als je alcohol wil drinken, dan kies je best iets anders. Het zou makkelijk zijn om onze hele productie direct aan de groothandel te verkopen. Maar we willen een verhaal vertellen. Daarom blijven we elke dag werken om onze wijnen in de kijker te zetten en elke Limburger te laten genieten van onze BelBul.”